Opmaak praktijkhandboek ‘Mobiliteitsdata toepassen bij beleidsvragen voor lokale overheden’ 

Wat was de uitdaging?

Mobiliteitsdata is niet meer weg te denken binnen het hedendaagse mobiliteitsbeleid en wordt meer en meer gebruikt om onderbouwde beleidsbeslissingen te nemen. In een context waarin het opzetten van een data gedreven werking prominenter wordt in alle lagen van de overheid, worden ook de hiaten van de benodigde data tastbaar. Zo detecteren verschillende entiteiten van de Vlaamse overheid, waaronder VMM (Vlaamse Milieu Maatschappij), VEKA (Vlaams Energie- en Klimaatagentschap), DMOW (Departement Mobiliteit en Openbare Werken) en ABB (Agentschap Binnenlands Bestuur), een gebrek aan mobiliteitsdata op het lokale wegennet.

Een inventarisatie van ‘de concrete klimaatuitdagingen waar lokale besturen mee geconfronteerd worden’ bracht eveneens aan het licht dat lokale mobiliteitsdata een missend stukje van de puzzel zijn. Dit is namelijk de basis van emissierapportering die in het kader van het burgemeestersconvenant wordt opgezet, een bevoegdheid waar VEKA voor instaat. Vanuit VMM is er dan weer nood aan lokale mobiliteitsdata om accuratere luchtkwaliteitsvoorspellingen te verkrijgen uit het model FLOMOVIA, het fijnmazig propagatiemodel dat gebruik maakt van verkeersmodellen van het departement Mobiliteit en Openbare Werken (dMOW). 

Flankerend worden binnen het Vlaamse smart city- en mobiliteitslandschap een aantal relevante initiatieven opgetekend. Zo werkt Digitaal Vlaanderen aan een Vlaamse Smart Data Space (VSDS), waarbij de eerste uitgewerkte beleidsvelden de thema’s ‘water’ en ‘mobiliteit’ zijn. Parallel aan dit initiatief worden de semantische standaarden (OSLO Verkeersmetingen) en de technische vereisten (LDES-standaarden) vormgegeven samen met het ecosysteem rond verkeersmetingen. 

Tot slot stijgt ook op lokaal niveau de vraag naar multimodale data op het grondgebied om gefundeerde beleidsbeslissingen te kunnen nemen en een sterk strategisch databeleid uit te tekenen. Dit is van belang voor het beleidsdomein ‘mobiliteit’, maar eveneens voor andere beleidsdomeinen zoals o.a. ‘klimaat en leefmilieu’ en ‘stedenbouw’. 

Binnen de bredere doelstelling van het Smart Flanders-programma om lokale besturen te ondersteunen in hun groei naar de slimme stad, is het relevant om lokale besturen instrumenten aan te reiken ter ondersteuning van het opzetten van een datagedreven mobiliteitsbeleid en het verzamelen of aankopen van multimodale verkeersmetingen. 

Vanuit deze invalshoeken werd een handboek vormgegeven. Gedurende het gelopen traject werd de opzet en inhoud van dit handboek afgestemd met een stuurgroep bestaande uit vertegenwoordigers van ABB, VMM, DMOW, Digitaal Vlaanderen, het Kenniscentrum Vlaamse Steden en VVSG. 

Hoe hebben we dit aangepakt?

Bij de start van de opmaak van het handboek in maart 2024 werd een kwantitatieve bevraging uitgevoerd via een online enquête waarop 104 respondenten geantwoord hebben, vooral vanuit steden, gemeenten en intercommunales. 

Vervolgens werden een zevental verdiepende focusgroepen georganiseerd waarbij vertegenwoordigers uit lokale besturen en intercommunales hun noden, ervaringen en beste praktijken met elkaar deelden. Deze werden gecapteerd in een uitgebreid verslag. 

Op basis van de verzamelde informatie werd een selectie gemaakt van tien beleidsvragen. Dit gebeurde vooral op basis van de prioriteiten, zoals aangegeven door de lokale besturen. Daarnaast werd ook de relevantie voor de verschillende groottes van besturen in overweging genomen, samen met de beschikbaarheid van data of oplossingen en een verdeling over de thema’s mobiliteit, ruimte en klimaat. 

Na de selectie van de beleidsvragen werd deskresearch uitgevoerd waarbij beschikbare documenten, studies en achtergrondinformatie verzameld werden. De geëxtraheerde inzichten werden uitgezet over de verschillende beleidsvragen. Vervolgens werden voor elke beleidsvraag een of meerdere experts geïnterviewd. Tijdens deze gesprekken werd ook gepolst naar goede voorbeelden, ervaringen, beleidsaanbevelingen, tips en aanbevelingen voor andere lokale besturen. Deze kennis werd verwerkt en uitgewerkt in de verschillende hoofdstukken. Een tussentijdse draft werd gedeeld met de ‘coalition of the doing’ (lokale besturen en intercommunales die nauw betrokken waren bij de opmaak van het handboek) om de structuur en inhoud van het document nog bij te schaven waar nodig, wat ook gebeurde. 

Tot slot werd een draft van de studie opnieuw voorgelegd aan alle personen die geïnterviewd werden en alle experts die deelnamen aan de kwantitatieve bevraging en de focusgesprekken en de ‘coalition of the doing’. 

Elke stap van het proces werd vooraf voorgelegd aan de stuurgroep, die zorgde voor gewaardeerde feedback en validatie van het proces. 

Wat is het resultaat/ de conclusie?

Om lokale besturen te ondersteunen in het vergaren en gebruiken van mobiliteitsdata, is er een praktijkhandboek ontwikkeld samen met de lokale besturen. Het praktijkhandboek beschrijft enerzijds hoe lokale besturen meer inzicht kunnen krijgen in 11 verschillende beleidsvragen gelinkt aan mobiliteitsdata. Daarnaast beschrijft het handboek de diverse dataprocessen die van belang zijn om aan de slag te gaan met deze data, zoals het verzamelen, opslaan, verwerken en ontsluiten van de data. Tot slot bundelt het traject een aantal vaststellingen die doorheen de gesprekken met steden, gemeenten, intercommunales, vervoerregio’s, private aanbieders en entiteiten van de Vlaamse overheid aan bod kwamen. 

Het handboek is te vinden op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur

Rollen en taken The New Drive

The New Drive begeleidde procesmatig het gehele traject en gaf het handboek mee vorm, samen met MoreLion. 

Spreekt deze case jou aan?

Neem contact op met Simon

Voor Netwerkorganisaties