Connecting-Expertise, een softwareprovider voor het beheer van tijdelijke werknemers (ERP), wenste een plan uit te werken voor de elektrificatie van de bedrijfswagens en de introductie van een mobiliteitsbudget voor de medewerkers. Gedreven door de gewijzigde wetgeving, de te halen CO2-doelen en het met het oog op het aanbieden van meer flexibiliteit in de war on talent, is het inzetten op meer duurzame verplaatsingen een belangrijk doel van het bedrijf.
Hoe hebben we dit aangepakt?
In vijf stappen hebben we Connecting-Expertise begeleid bij het uitwerken van hun mobiliteitsbeleid:
Startsessie met verkenning van enkele strategische vraagstukken (o.a. hoe ver gaat de keuzevrijheid, wat aanbieden rond laden etc…)
Modal shift mogelijkheden inzichtelijk gemaakt aan de hand van een mobiscan: voor elke werknemer is geanalyseerd wat de duurzame alternatieven zijn voor de auto, rekening houdend met reistijd. Daarnaast werd een introductie gegeven in het wettelijk kader van het mobiliteitsbudget.
Green shift: de TCO (total cost of ownership) is berekend voor de elektrificatie van het wagenpark. Connecting-Expertise heeft daarbij de keuze gemaakt om full electric te gaan. Budget categorieën zijn vastgelegd en een overzicht van elektrische voertuigen per budgetcategorie werd gemaakt. Deze TCO berekeningen vormen ook het startpunt voor het vastleggen van het mobiliteitsbudget.
In de 4de stap werd een nieuwe car policy uitgewerkt, aangepast aan het elektrisch rijden en een policy om de afspraken met betrekking tot het mobiliteitsbudget vast te leggen. In een interactieve infosessie werden de werknemers geïnformeerd over het nieuwe duurzame mobiliteitsbeleid bij Connecting-Expertise en werden vragen beantwoord.
In een 5de stap is er door The New Drive een marktbevraging georganiseerd om een leverancier te vinden voor thuislaadpalen en laadpassen.
Wat is het resultaat?
Connecting-Expertise heeft op deze manier alle informatie en tools in handen om de stap te zetten naar het elektrisch rijden en de implementatie van het mobiliteitsbudget.
Wat was de uitdaging?
Steden en gemeenten hebben een grote verantwoordelijkheid om, samen met de verkeersafdeling van de lokale politie, de verkeersveiligheid binnen hun toepassingsgebied te verbeteren. Via het traject ‘coaching voor lokale besturen inzake verkeersveiligheid in de bebouwde kom’, onder leiding van The New Drive en samen met VSV, konden steden/gemeenten hun verkeersveiligheidsbeleid onder de loep nemen.
Hoe hebben we dit aangepakt?
Het coachingstraject heeft plaatsgevonden in verschillende stappen. Als eerste fase was er een zelfanalyse die de gemeente/stad zelf diende uit te voeren. Vervolgens was er het gezamenlijk startmoment waarbij de deelnemende gemeenten/steden meer uitleg verkregen over verschillende verkeersveiligheidsthema’s. In een derde fase was er een locatiebezoek bij de gemeente/stad, waar de overige gemeenten ook aan deelnamen. Nadien verkregen de gemeenten/steden een verslag en expertenadvies op maat. Het project werd afgesloten met een presentatie, waarbij de belangrijkste vaststellingen en lessons learned uit het project werden voorgesteld in een gezamenlijk slotmoment.
Wat is het resultaat?
De deelnemende steden/gemeenten ontvingen een volledig beeld van hun verkeersveiligheidsbeleid. Ze verkregen ook advies op maat en weten, aan de hand van een strategisch actieplan, welke stappen ze op zowel korte als lange termijn kunnen ondernemen om het verkeersveiligheidsbeleid binnen hun toepassingsgebied verder uit te bouwen.
Wat is het probleem/de uitdaging?
Het Wit-Gele Kruis is de grootste organisatie voor thuisverpleging in Vlaanderen. Dagelijks zijn bijna 7.000 medewerkers aan de slag om patiënten de juiste zorg toe te dienen, waarvan meer dan 4.000 thuisverpleegkundigen. Die gaan elke dag bij verschillende patiënten langs en een goede organisatie van hun mobiliteit is dus essentieel.
De verschillende provinciale entiteiten van Wit-Gele Kruis Vlaanderen sloegen de handen in elkaar en namen The New Drive onder de arm om voor het uitgebreide wagenpark een duurzaam transitiepad uit te zetten, rekening houdend met de mobiliteitsbehoeften van de medewerkers en de financiële uitdagingen.
Hoe hebben we dit aangepakt?
The New Drive nam eerst het huidige wagenpark, het gebruik van de voertuigen en de verschillende profielen binnen Wit-Gele Kruis onder de loep, onder meer via een uitgebreide gebruikersbevraging. Op basis daarvan werden mogelijke duurzame alternatieven gedefinieerd, die financieel werden onderzocht.
Met behulp van de TCO Fleet tool op maat van vzw’s werden de verwachte kosten voor de volgende jaren berekend en werden vervangingsscenario’s uitgewerkt, rekening houdend met de wijzigende fiscaliteit en de looptijd van de huidige contracten.
Wat is het resultaat/de conclusie?
Uiteindelijk werd een vervangingsstrategie vastgelegd en werd door Wit-Gele Kruis een bestek voor de bestelling van nieuwe voertuigen in de markt gezet.
Wat was de uitdaging?
Sint-Truiden had nood aan een overkoepelende toekomstvisie mobiliteit 2030 die als richtinggevend kader de hoofdlijnen uiteenzet voor aspecten als parkeren, fietsen, verbindingen tussen stad en dorpen, laadinfra en circulatie in en rond de binnenstad. Dit kader ontbrak binnen de stad en was noodzakelijk voor toekomstige beoordelingen. Daarnaast maakt de stad gebruik van een burgermeldsysteem dat nu niet optimaal verloopt.
Hoe hebben we dit aangepakt?
The New Drive heeft de stad in een intensief en participatief traject begeleid om de visie en prioriteiten scherp te stellen. Op basis van de bestaande documenten (bv. gemeentelijk mobiliteitsplan 2014, de strategische nota’s parkeren en fiets, het klimaatplan etc… ) en d.m.v. interviews werden de ambities en voorstellen opgehaald van de verschillende diensten, politie, politieke vertegenwoordigers van de stad en vervoerregio Limburg.
Via het online participatieplatform Citizen Lab werd een bevraging uitgestuurd om de verplaatsingswijze en de prioriteiten van de inwoners van Sint-Truiden in kaart te brengen. 465 inwoners hebben de volledige enquête ingevuld. Naast de bevraging konden de inwoners ook online reageren op stellingen over fietsers en voetgangers, parkeer- en handhavingsbeleid, auto, aantrekkelijke kernen, openbaar vervoer en verkeersveiligheid.
Deze participatieronde ging gepaard met een uitgebreide communicatiecampagne die samen met de stad Sint-Truiden werd vormgegeven.
Daarnaast werd ook het burgermeldsysteem onder de loop genomen: alles werd geanalyseerd en er werden aanbevelingen geformuleerd.
Wat is het resultaat?
Het resultaat van dit traject werd een compacte, ambitieuze en gedragen nota met heldere, meetbare doelstellingen inzake modal shift en prioriteiten alsook een geoptimaliseerd burgermeldsysteem.
Op 22 juni 2019 is het decreet basisbereikbaarheid in werking getreden. Met de inrichting van vervoerregio’s (15 in Vlaanderen), vervoerregioraden en regionale mobiliteitsplannen hebben de Vlaamse gemeenten nu een kader waarbinnen ze kunnen samenwerken aan mobiliteitsuitdagingen. Deze regio’s werken mee aan de Vlaamse doelstelling om het aantal voertuigkilometers met 15% te laten dalen alsook een modal shift te behalen van 40% duurzame verplaatsingen.
Consortium behartigt 6 vervoerregio’s
Het consortium Sweco – The New Drive – Goudappel maaktte al het regionaal mobiliteitsplan op voor de (complexe) vervoerregio Antwerpen en voegt daar nu nog 5 extra regio’s aan toe, met name Vlaamse Rand, Gent, Limburg, Mechelen en Kortrijk. Dit zijn hoofdzakelijk de meest omvangrijke en complexe vervoerregio’s. Deze complexiteit speelt zowel inhoudelijk als op vlak van procesvoering. Met deze 6 vervoerregio’s zal het consortium de toekomstige mobiliteitsvisie voor 155 van de 300 Vlaamse gemeenten mee bepalen met het oog op een betere basisbereikbaarheid. Zo nemen we een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid op in de uitwerking van het Vlaamse mobiliteitsbeleid.
Belang van regionaal mobiliteitsplan
Het regionaal mobiliteitsplan legt de globale en gedeelde mobiliteitsvisie voor een langere termijn vast voor de vervoerregio, en dat voor alle vervoersmodi. Dit plan doet onder andere uitspraken over de belangrijke mobiliteitsuitdagingen van de regio, tekent het openbaar vervoersnetwerk uit en presenteert maatregelen voor de verbetering van de doorstroming, de verkeersveiligheid en het fietsbeleid. Hierbij besteden we niet enkel aandacht aan het mobiliteitsaanbod zelf, maar komen ook ruimte en gedrag aan bod. Die laatste component, gedrag, is een uitermate belangrijk aspect aangezien geen enkele modal shift te bereiken is zonder een mental shift. Co-creatie en participatie zijn daarbij belangrijke elementen om de procesmatige aanpak succesvol te laten verlopen.
Rol van The New Drive
Binnen deze opdracht treedt The New Drive op als eerste aanspreekpunt voor de opdrachtgever en begeleidt het proces. Ze voorzien de algemene procesbegeleiding en ondersteuning bij de organisatie van de verschillende overlegmomenten, de interne en externe communicatie, zorgen voor de integratie van de verschillende onderdelen, zorgen mee voor draagvlak bij alle relevante stakeholders en houden alle interne en externe teamleden aan hun opdrachten en hun timing. Zij brengen specifieke expertise in betreffende de opzet van het proces, de werkgroepen en de vertaling in aansprekende (bestuurlijke) producten. Daarnaast treden zij ook op als expert in het expertteam.
Partners: Sweco, Goudappel
Wat is het probleem/de uitdaging?
Het Jessa Ziekenhuis in Hasselt heeft 3 campussen: Virga Jesse, Salvator en Sint-Ursula. De campus Virga Jesse is gelegen in het centrum van stad Hasselt, waardoor er een mobiliteitsprobleem is ontstaat: er zijn weinig parkeerplaatsen beschikbaar in het centrum, waarvan een deel voorbehouden is voor bezoekers en patiënten. Het personeel heeft hierdoor weinig parkeermogelijkheden. Doordat er in shiften wordt gewerkt, blijken ander alternatieven eveneens een uitdaging. Het Jessa Ziekenhuis wil daarom op termijn volledig verhuizen naar campus Salvator, waar meer ruimte is voor parkeren. Echter legt stad Hasselt nu ook op dat het ziekenhuis inzet op een modal shift zowel voor personeel als bezoekers/patiënten. Met andere woorden: het Jessa ziekenhuis stond voor een grote mobiliteitsuitdaging waarbij ze externe hulp en inzichten wensten te verkrijgen.
Hoe hebben we dit aangepakt?
Om een betere bedrijfsmobiliteit te verzekeren voor iedereen, werd als volgt aan de slag gegaan:
Mobi-analyse – Uitgebreide analyse van mobiltieit: Wat is het mobiliteitspotentieel voor diverse werknemers? Zijn er alternatieven beschikbaar? Deze vragen werden in kaart gebracht voor de uiteenlopende groepen personeel, gaande van verpleging, artsen, administratieve werkkrachten en dergelijke meer. Een belangrijke uitdaging hierbij is het rekening houden met de shiften van het personeel. De grootste problematieken situeren zich rond de shiftwissels, zeker laat op de avond/in de nacht. Dan zijn er weinig alternatieven beschikbaar voor de auto en heerst er een onveiligheidsgevoel omtrent fietsen.
Bevraging: Naast het in kaart brengen van de objectieve factoren met behulp van de mobi-analyse, dienen ook de subjectieve factoren in kaart gebracht te worden. Waarom maken de werknemers deze mobiliteitskeuzes? Staan ze open voor alternatieven? Dit werd in kaart gebracht via een uitgebreide enquête bij de diverse personeelsgroepen. Daarnaast werd ook een traject gelopen met de vakbonden alsook de medische raad zodat de resultaten representatief zijn voor iedereen.
Interpretatie resultaten: De resultaten werden geanalyseerd, waaruit bleek dat er een groot fietspotentieel lag om de modal shift te bekomen. Daarnaast blijkt eveneens carpool een grote kans te hebben.
Opmaak visie: Samen met diverse stakeholders en de directie zelf, werd dan een visie opgemaakt omtrent de toekomstige bedrijfsmobiliteit. Enkele scenario’s werden ontwikkeld gaande van weinig verandering tot volledige verandering. De gehanteerde uitgangspunten waren duidelijk: personeel zonder alternatief moet kunnen parkeren, zeker degene met moeilijke shifts, mensen met een alternatief (door shift of door potentieel) dienen te parkeren op afstand.
Pakket van mobiliteitsalternatieven: Nadat de visie werd afgeklopt, werd een passend maatregelenpakket uitgewerkt. Dit omvat alle steunmaatregelen die Jessa kan treffen om personeel verder aan te moedigen.
Wat is het resultaat/de conclusie?
Jessa ziekenhuis beschikt nu over een uitgebreide mobiliteitsvisie die ze de komende jaren kan omzetten naar realisatie op basis van het uitgewerkte maatregelenpakket. De komende jaren kunnen steeds acties genomen worden die bijdragen aan de hogere ambities.
De federale minister van Mobiliteit Georges Gilkinet werktte aan een federaal actieplan voor Verkeersveiligheid 2021-2024. Om beter te begrijpen hoe verkeersonveiligheid door de bevolking wordt ervaren en om een maatschappelijk debat over verkeersveiligheid op gang te brengen, organiseren de minister, de FOD Mobiliteit en Vervoer en Vias institute een grote burgerparticipatie en werd The New Drive gevraagd om hen daarin te begeleiden.
In aanloop naar een Staten-Generaal Verkeersveiligheid heeft The New Drive samen met VIAS een online bevraging opgezet via het online participatieplatform Citizen Lab rond 3 thema’s:
Samen op weg
Risicogedrag verminderen
Controles, begeleiding en vorming
The New Drive heeft het concept en inhoud van de bevraging uitgewerkt en stond ook in voor het verwerken van de resultaten.
Daarnaast heeft The New Drive ook de organisatie van 6 burgerpanels op zich genomen. Dit omvat o.a. het uitwerken van het concept, uitschrijven van het draaiboek, briefing van de moderatoren (NL en Franstalig) en deelname aan de sessies als moderator. De resultaten van de burgerpanels zijn meegenomen naar de Staten-Generaal Verkeersveiligheid die op 23 november 2021 heeft plaatsgevonden. De bevraging en de burgerpanels gaven federaal minister van Mobiliteit Gilkinet en de FOD mobiliteit een beter inzicht in de wijze waarop verkeersveiligheid wordt ervaren door burgers en versterkt het beleidsvormingsproces dat op een meer democratische wijze wordt vormgegeven. Op basis van de verschillende participatiemomenten is het Federaal Actieplan Verkeersveiligheid 2021-2024 uitgewerkt tot een gedragen document.
Wat was de uitdaging?
Universiteit Hasselt zat met een mobiliteitsprobleem aan zowel campus Hasselt als campus Diepenbeek. Dit probleem werd initieel louter omschreven als een parkeerprobleem en kende geen eenvoudige oplossing. Om dit aan te pakken, werden wij gevraagd ons licht te laten schijnen op de situatie.
Hoe hebben we dit aangepakt?
The New Drive heeft de UHasselt begeleid bij het opmaken van een maatregelenpakket van gedragen mobiliteitsoplossingen voor alle vervoersmodi. Dit gebeurde aan de hand van een iteratief en co-creatief traject waarbij zowel een stuurgroep met personeelsleden van de UHasselt, alsook studenten en andere personeelsleden konden meedenken en input geven. De rode draad in de uitvoering was een transitie in het denken van “een parkeerprobleem” naar “hoe kan ik mijn gedrag wijzigen als bijdrage tot oplossingen”, en welke maatregelen kunnen helpen om hier samen resultaat te boeken. Met andere woorden: er werd ingezet op zowel een modal shift als een mental shift om het probleem op te lossen.
Er werd gestart met een Quick Scan om de huidige mobiliteitssituatie in kaart te brengen en de nodige inzichten te verschaffen. Dit fungeerde als referentiepunt om in de toekomst het effect van de nieuw geïmplementeerde maatregelen zichtbaar te maken.
Een goed voorbereid en doordacht participatieproces met studenten en personeel hebben geleid tot een longlist van mogelijke maatregelen, welke werden herleid tot 25 maatregelen op basis van het afgetoetste draagvlak tijdens enkele werksessies. Deze zijn dan verder geprioriteerd aan de hand van de combinatie van 4 bijkomende selectiecriteria: impact op modal shift, investeringskost, realisatietijd en complexiteit. De maatregelen werden ook gekoppeld aan de strategische en operationele doelstellingen van het mobiliteitsplan van de UHasselt, de bijdrage tot het STOEP principe, en de mogelijke bijdrage tot een verbeterde score op de Quick Scan. Aanvullend werd er nog een onderscheid gemaakt tussen maatregelen die in de beslissingsbevoegdheid liggen van de UHasselt en deze waarbij externe stakeholders betrokken zijn.
Wat is het eindresultaat?
Het eindresultaat is een gedragen maatregelenpakket dat inzet op een duurzame mobiliteits- en gedragstransitie.
In het kader van het Openbaar Vervoerplan 2021 voor Vervoerregio Limburg, werd werk gemaakt van Vervoer op Maat (VoM). Dit VoM moet ervoor zorgen dat mensen first en laste mile verplaatsingen kunnen maken naar bus- en/of treinhaltes.
Er werd gekozen om te werken met 3 pijlers: VoM-flex, VoM-vast en VoM-deelfietsen.
Pijler 1 omvat het flexvervoer dat dient voor Limburgers die in de spreekwoordelijke witte vlekken wonen. Een witte vlek is namelijk een plaats waar binnen bepaalde afstanden geen kernnet- of aanvullende buslijnen zijn alsook geen treinstation. Het flexvervoer helpt deze mensen snel, comfortabel en flexibel te vervoeren naar overstaphaltes, zodat ze daar kunnen overstappen op een snellere kernnet- of aanvullende lijn richting hun eindbestemming.
Pijler 2 omvat 2 vaste Vervoer op Maat-lijnen in Lanaken en Sint-Truiden, welke op een structurele manier vervoersvragen beantwoorden.
Pijler 3 omvat deelvervoer, hier specifiek ingevuld met deelfietsen. In Limburg werden 17 Hoppinpunten geselecteerd aan drukke stations of kernnethaltes, waar deelfietsen geplaatst zullen worden. Deze zullen werken via een Back-to-one systeem, wat wil zeggen dat de fiets teruggebracht moet worden naar het vertrekpunt. Dit zorgt ervoor dat reizigers hun last mile (ook wel laatste kilometers) verder kunnen afleggen naar de eindbestemming.
Bij de uitwerking van dit VoM, was The New Drive verantwoordelijk voor het algemene proces, de participatie en de inhoudelijke uitwerking van pijler 3 (de VoM-deelfietsen). Er werden verschillende werksessies gehouden met de gemeenten, waar steeds in gesprek kon gegaan worden over de uitwerking en de mogelijk aanpassingen die wenselijk waren. Daarnaast werden ook bilaterale gesprekken ingepland om dieper te kunnen ingaan op de lokale aspecten van de uitwerking. Alle gemeenten kregen op deze manier maximaal de kans om feedback te geven. Het voorstel werd hierdoor ook unaniem goedgekeurd op de Vervoerregioraad van 1 maart 2021.
De inhoudelijke uitwerking van de andere pijlers werd opgenomen door Goudappel. Een andere partner in het consortium is Sweco, die de uitwerking van een Unieke Verantwoordingsnota op zich nam, welke opgesteld werd voor de Hoppinpunten met deelfietsen. Procesmatig hielden wij ook bij de andere pijlers steeds de vinger aan de pols.
Wat is het Kolenspoor?
Het Kolenspoor vormde ooit de ruggengraat van de mijnindustrie. De 70 kilometer lange spoorverbinding loopt als een rode draad door Midden-Limburg. Na de sluiting van de steenkoolmijnen werd de spoorverbinding niet langer gebruikt. Ook het uitzicht van de regio is sinds het verdwijnen van de mijnindustrie fundamenteel veranderd. De voormalige mijnzetels kregen de afgelopen decennia een nieuwe invulling en geven de economische reconversie van de regio en de provincie Limburg vandaag mee vorm.
Het Kolenspoor is voor de provincie Limburg een speerpuntproject. Het biedt kansen voor een meer duurzame en innovatieve mobiliteit en de uitbouw van een groen-economisch-toeristisch netwerk om het gebied opnieuw te integreren tot één samenhangend geheel. Om de ontwikkelde visie omtrent het Kolenspoor om te zetten naar realisaties op het terrein, werd The New Drive geselecteerd als coördinator.
Wat doen wij met The New Drive?
Als coördinator zetten wij in op de algemene opvolging van dit complexe project. Wij focussen op het omzetten van visies naar realisaties, onderzoeken nieuwe ontwikkelmogelijkheden én houden het project op de rails. Zo nemen wij onder meer deze taken op:
Begeleiden van de aanbestedingen voor de Kolenspooridentiteit, communicatieondersteuning, opmaak van een website en scenografie langsheen het traject
Screening gronden: provinciale gronden screenen en in kaart brengen welke een strategische waarde kunnen hebben voor het Kolenspoor
Adviesprocedure opzetten: procedure opzetten en uitrollen voor het behandelen van adviesvragen vanuit externe partners omtrent gronden in bezig van de provincie
Projectscreening en opvolging rondom KS: opvolging van alle lopende zaken rondom het KS en deze met elkaar verbinden en tot een hoger niveau heffen
Stakeholdermanagement
Op 22 juni 2019 is het decreet basisbereikbaarheid in werking getreden. Met de inrichting van vervoerregio’s (15 in Vlaanderen), vervoerregioraden en regionale mobiliteitsplannen hebben de Vlaamse gemeenten nu een kader waarbinnen ze kunnen samenwerken aan mobiliteitsuitdagingen. Deze regio’s werken mee aan de Vlaamse doelstelling om het aantal voertuigkilometers met 15% te laten dalen alsook een modal shift te behalen van 40% duurzame verplaatsingen.
Consortium behartigt 6 vervoerregio’s
Het consortium Sweco – The New Drive – Goudappel maaktte al het regionaal mobiliteitsplan op voor de (complexe) vervoerregio Antwerpen en voegt daar nu nog 5 extra regio’s aan toe, met name Vlaamse Rand, Gent, Limburg, Mechelen en Kortrijk. Dit zijn hoofdzakelijk de meest omvangrijke en complexe vervoerregio’s. Deze complexiteit speelt zowel inhoudelijk als op vlak van procesvoering. Met deze 6 vervoerregio’s zal het consortium de toekomstige mobiliteitsvisie voor 155 van de 300 Vlaamse gemeenten mee bepalen met het oog op een betere basisbereikbaarheid. Zo nemen we een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid op in de uitwerking van het Vlaamse mobiliteitsbeleid.
Belang van regionaal mobiliteitsplan
Het regionaal mobiliteitsplan legt de globale en gedeelde mobiliteitsvisie voor een langere termijn vast voor de vervoerregio, en dat voor alle vervoersmodi. Dit plan doet onder andere uitspraken over de belangrijke mobiliteitsuitdagingen van de regio, tekent het openbaar vervoersnetwerk uit en presenteert maatregelen voor de verbetering van de doorstroming, de verkeersveiligheid en het fietsbeleid. Hierbij besteden we niet enkel aandacht aan het mobiliteitsaanbod zelf, maar komen ook ruimte en gedrag aan bod. Die laatste component, gedrag, is een uitermate belangrijk aspect aangezien geen enkele modal shift te bereiken is zonder een mental shift. Co-creatie en participatie zijn daarbij belangrijke elementen om de procesmatige aanpak succesvol te laten verlopen.
Rol van The New Drive
The New Drive neemt binnen Vervoerregio Limburg de taak van zowel project- als procesleider op zich. Hiermee zijn wij het eerste aanspraakpunt voor de opdrachtgever. Wij staan in voor het opmaken (en behalen) van de timing (zowel extern als intern), het opzetten van meetings met de relevante stakeholders, het samenbrengen van de nodige partijen intern, het mee begeleiden van de participatieve momenten en draagvlakcreatie.
Partners: Sweco, Goudappel Coffeng
Wat was de opgave?
In het kader van het decreet Basisbereikbaarheid en het Toekomstverbond tussen de overheid en burgerbewegingen wordt het Routeplan 2030 uitgewerkt. Dit geïntegreerde mobiliteitsplan voor Vervoerregio Antwerpen moet de verandering van de modaliteitskeuze bewerkstelligen met als ultieme doel om de mobiliteit en leefbaarheid in de regio op een duurzame manier te waarborgen.
Hoe hebben we dit aangepakt?
Routeplan 2030, een mobiliteitsplan voor de toekomst in de Antwerpse regio, wordt uitgewerkt binnen een participatief proces van co-creatie met tal van actoren. Naast de klassieke partners (o.a. bovenlokale overheden en de 32 gemeenten van Vervoerregio Antwerpen) zaten ook externen (zoals burgerbewegingen en belangenorganisaties) mee rond de tafel. In juni 2018 werd de visienota ‘Samen vooruit’ goedgekeurd als basis voor dit Routeplan 2030 en werden de doelen en 10 ambities voor Vervoerregio Antwerpen gedefinieerd. In Routeplan 2030 worden de visie op mobiliteitsknopen en netwerken (fiets, openbaar vervoer, auto, vracht) bepaald, rekening houdend met het samenhangend en gelaagd netwerk van collectief vervoer volgens het concept ‘Basisbereikbaarheid’. Daarnaast wordt er vorm gegeven aan de invulling van ‘ruimte en nabijheid’ en ‘sturen van gebruik’. Dit geheel resulteert in een evaluatiekader en een programma van maatregelen.
Wat was onze rol?
The New Drive stond mee aan het roer om de procesmatige aanpak in dit complex proces uit te werken en te faciliteren. We fungeerden als eerste aanspreekpunt en algemene procesbegeleider, verantwoordelijk voor het project- en omgevingsmanagement en het overleg met de lokale en bovenlokale opdrachtgevers. Daarnaast traden wij ook op als expert in de expertwerksessies.
Meer informatie over dit project, alsook de visienota, kan u terugvinden op de website: www.routeplan2030.be.
De Vlaamse Regering heeft op 18 december 2015 haar goedkeuring gegeven aan de conceptnota ‘Met basisbereikbaarheid naar een efficiënt en aantrekkelijk vervoersmodel in Vlaanderen dat optimaal tegemoetkomt aan de globale en lokale vervoersvraag’. Basisbereikbaarheid omvat het kunnen bereiken van belangrijke maatschappelijke functies op basis van een vraaggericht systeem en met een optimale inzet van middelen. Met de invoering van dit concept wil de Vlaamse overheid een nieuwe invulling geven aan het openbaar vervoerbeleid. Op deze manier stapt men in Vlaanderen af van het idee van basismobiliteit.
De krachtlijnen van de conceptnota zijn het gelaagde vervoersmodel (treinnet, kernnet, aanvullend net en vervoer op maat), de combimobiliteit, de samenwerking van de lokale overheden en de Vlaamse overheid in de vervoerregioraad en afstemming met ruimte.
Vlaanderen wordt in de conceptnota opgedeeld in vervoerregio’s. De Vlaamse regering wenst hiertoe proefprojecten op te starten die vanuit het totaalaanbod en in nauwe samenwerking met lokale besturen en lokale initiatieven worden opgesteld. De vervoerregio’s rond Aalst, Mechelen, Westhoek en Antwerpen zijn naar voor geschoven voor de opstart van proefprojecten. Voor elk van deze proefprojecten moet er voor de vervoerregio een mobiliteitsplan opgemaakt worden. De Lijn bracht in het najaar 2017 haar advies uit over de twee en derde vervoerslaag. Voor vervoerregio Aalst werd het finaal uitgewerkte en (onder applaus) geaccepteerde kernnet onder de vorm van een finaal advies met randvoorwaarden aan De Lijn overgemaakt. De vierde vervoerslaag, het vervoer op maat, zal bij voorkeur de reeds bestaande initiatieven integreren (belbus, aangepast vervoer, leerlingenvervoer, deelauto’s, deelfietsen,…), met aansturing van een (nog op te richten) mobiliteitscentrale.
Partners: APPM, Goudappel Coffeng, Instituut Mobiliteit
We use cookies to ensure that we give you the best experience on our website. If you continue to use this site we will assume that you are happy with it.Ok