TCO-webtools Brussel en Vlaanderen

Wat was de aanleiding?

Het aanbod aan elektrische voertuigen kende de afgelopen jaren een enorme toename. De sector is meer en meer aan het evolueren van verbrandings- naar elektromotoren. Het prijskaartje is voor velen de voornaamste reden om naar een elektrisch voertuig over te stappen of niet. De kost van een voertuig bestaat echter uit meer dan alleen de voertuigprijs. Om hun inwoners een objectief beeld te geven van de totale kost van een voertuig wilden zowel het Brusselse- als Vlaamse Gewest een tool aanbieden waarmee de ‘Total Cost of Ownership’ (TCO) van personenwagens en lichte vrachtwagens berekend en vergeleken kan worden.

Hoe werkt de tool?

The New Drive heeft voor beide gewesten een online vergelijkingstool ontwikkeld waarbij de gebruiker een indicatieve TCO berekening van verschillende voertuigen kan maken die gebaseerd is op zijn/haar persoonlijke situatie. Deze tools maken het mogelijk om de TCO van een elektrisch voertuig te vergelijken met een brandstofvoertuig of een ander elektrisch voertuig. De tool voor het Brussels Gewest maakt het daarnaast ook mogelijk om de kosten te vergelijken met deze van een deelvoertuig of tweedehands elektrisch voertuig.

Om een TCO-berekening te bekomen, dien je eerst enkele kenmerken omtrent je persoonlijke situatie en voertuiggebruik te definiëren waarna je de twee voertuigen voor de vergelijking kan selecteren. Hierna krijg je een overzicht van de TCO van beide voertuigen en de verschillende kostcomponenten die deze totale kost vormen. De tool kan gebruikt worden door verschillende doelgroepen en geeft voor iedere doelgroep ook de correcte en relevante berekening.

Figuur 1 TCO-tool Brussel

Figuur 2 TCO tool Vlaanderen

Wat is het voordeel van een TCO-tool?

Een TCO-tool heeft als voordeel dat de gebruikers op een makkelijke en overzichtelijke manier een zicht krijgen op de totale kost van een voertuig. Er wordt hierbij niet enkel gekeken naar de catalogusprijs van het voertuig maar naar alle kostencomponenten. Zo kan een elektrisch voertuig duurder zijn in aankoop, maar op zijn volledige levensduur wel een pak goedkoper zijn dan een brandstof alternatief. Een belangrijk inzicht naar onze mening. Mensen krijgen zo de kans om volledig geïnformeerd hun keuze te maken.

Wat was de uitdaging?

Ondanks de populariteit van de bedrijfswagen, willen steeds meer bedrijven een mobiliteitstransitie inzetten en opteren ze voor een invoering van een mobiliteitsbudget als alternatief voor de bedrijfswagen. Maar omdat werknemers niet altijd goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden die een mobiliteitsbudget biedt, hoe dit financieel en praktisch in elkaar zit, en omdat de invoering ervan ook vertrekt vanuit de werkgever, is het draagvlak voor een dergelijk mobiliteitsbudget bij werknemers fragiel. Werknemers hebben hierdoor nood aan een overzicht met duidelijke informatie om op verder te bouwen. De informatie die er bestaat focust voornamelijk op de werkgeverszijde, terwijl het werknemersperspectief even belangrijk is.

Hoe hebben we dit aangepakt?

The New Drive droeg bij aan verschillende leermomenten:

Tijdens een opleiding is er bovendien ook ruimte om in interactie te gaan met elkaar en mogelijke onduidelijkheden weg te werken.

Wat is het resultaat?

De deelnemers hebben een goed inzicht ontwikkeld in de brede waaier van mogelijkheden die er liggen binnen een mobiliteitsbudget. Dit faciliteert hen om betere keuzes te maken en om in gesprek te gaan met de werkgever om eventuele enkele extra zaken te onderhandelen. Dit zorgt voor een groter draagvlak en helpt de mobiliteitstransitie verder vooruit.

Wat was de uitdaging?

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) heeft als doel om in 2050 klimaatneutraal te zijn en om de luchtkwaliteit sterk te verbeteren. Op die manier moet de stad terug leefbaar worden. Om dit te realiseren, heeft de regering ambitieuze doelstellingen om de klassieke brandstoffen uit te faseren en in te zetten op de transitie naar zero-emissie mobiliteit in het Brussels Gewest.

Hoe hebben we dit aangepakt?

Om deze transitie waar te maken, was er nood aan een duidelijke roadmap: welke weg moet er afgelegd worden en hoe gaan we dat doen? The New Drive werkte een roadmap uit, samen met betrokken actoren en stakeholders. Deze roadmap start met een LEZ-kalender (lage emissiezone), welke bepaalt welke voertuigen toegelaten worden in de zone, met een afschakelplan tot 2035. Deze kalender is louter de start, waarna de roadmap doorpakt op vele innovatieve en bewezen beleidsmaatregelen om dit om te gaan zetten naar de praktijk. De roadmap is gebaseerd op impactstudies en bevat beleidsdoelstellingen en -strategieën en algemene, doelgroepgerichte alsook transversale maatregelen. Met andere woorden: de roadmap omvat een geheel transitietraject dat BHG in staat stelt om een grote impact te realiseren in de straat.

De stakeholders werden betrokken via sessies per doelgroep, zoals de taxisector, stadslogistiek of semi-publieke terreineigenaren. Hier werd gekeken welke hindernissen, maar ook vooral welke opportuniteiten er ontstaan voor de specifieke groep wanneer de nieuwe regels in voege treden. Deze debatten gaven interessante inzichten, die werden gebundeld in de Roadmap. Hierbij namen wij niet enkel de pen in handen om de inzichten uit te schrijven, maar werden ook sessies georganiseerd, kaders opgemaakt rond governance, monitoring en partnerschap, analyses en selecties van beleidsmaatregelen en dergelijke meer.

Wat is het resultaat?

Het resultaat van deze opdracht is hét plan om tegen 2035 het Brussels Hoofdstedelijk Gewest terug om te vormen naar een leefbare omgeving met minder geluidshinder, minder uitstoot en een toekomstbestendiger energienet. Daardoor krijgen alle stakeholders én burgers meer betaalbare oplossingen aangeboden om deze transitie waar te maken. België wordt op die manier dus een beetje schoner.

Daarnaast fungeert deze opgemaakte Roadmap als basis om op terug te vallen voor alle verdere stappen die in dit kader gezet worden. Wij zijn dan ook uitermate fier dat wij hier mee aan mochten werken.

The New Drive krijgt op regelmatige basis de kans op gastcolleges, masterclasses en dergelijke meer te geven aan diverse hogescholen en universiteiten. Hieronder lijsten we deze graag op.

OnderwerpOrganisatieDoelpubliekJaar
Mobiliteit van de toekomst: organiseren van een vak rond diverse mobiliteitsthema’s in transitie, doorkijk naar de toekomst en voorbereiding op toekomstige uitdagingenUniversiteit HasseltMaster Mobiliteitswetenschappen2024
Deelmobiliteit in Vlaanderen: beleidscontext, theoretische kaders, praktische toepassingen en inzichtenHogeschool van AmsterdamMobiliteit en stedenbouw2023 – …
Megatrends in de mobiliteitssector: wereldwijde evoluties, Belgische beleidscontext en uitdagingen bij ondernemen in het publiek domeinAutomotive Management School Mobia – Educam (professionals uit autosector)2022 – …
Challenges in e-mobililtyUniversiteit HasseltMaster Handelsingenieur – Technological Innovations2022
2021
Mobiliteitsopdrachten binnen The New Drive met een logistieke kantThomas Moore Hogeschool MechelenBachelor Bedrijfsmanagement2022
2021
– De vervoerregio’s: hoe ziet de beleidscontext eruit? Hoe is de organisatie vormgegeven? Wat gebeurt er in de praktijk? Welke rollen spelen mobiliteitsmensen hierin?
Deelmobiliteit en Mobility as a Service (MaaS): ecosysteem, verschillende gebruiksmogelijkheden en de tools die beleidsmakers hebben om te sturen op aanbod
Universiteit Hasselt (IMOB)Master Verkeerskunde2019 – …
Elektrisch vervoerBreda University of Applied SciencesBachelor Verkeerskunde2020
2019
2018
De Nederlandse aanpak omtrent elektrisch vervoerdiverse scholen in Mexico, Colombia, Hong Kong, San Francisco en Los Angeles

Op 22 juni 2019 is het decreet basisbereikbaarheid in werking getreden. Met de inrichting van vervoerregio’s (15 in Vlaanderen), vervoerregioraden en regionale mobiliteitsplannen hebben de Vlaamse gemeenten nu een kader waarbinnen ze kunnen samenwerken aan mobiliteitsuitdagingen. Deze regio’s werken mee aan de Vlaamse doelstelling om het aantal voertuigkilometers met 15% te laten dalen alsook een modal shift te behalen van 40% duurzame verplaatsingen.

Consortium behartigt 6 vervoerregio’s

Het consortium Sweco – The New Drive – Goudappel maaktte al het regionaal mobiliteitsplan op voor de (complexe) vervoerregio Antwerpen en voegt daar nu nog 5 extra regio’s aan toe, met name Vlaamse Rand, Gent, Limburg, Mechelen en Kortrijk. Dit zijn hoofdzakelijk de meest omvangrijke en complexe vervoerregio’s. Deze complexiteit speelt zowel inhoudelijk als op vlak van procesvoering. Met deze 6 vervoerregio’s zal het consortium de toekomstige mobiliteitsvisie voor 155 van de 300 Vlaamse gemeenten mee bepalen met het oog op een betere basisbereikbaarheid. Zo nemen we een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid op in de uitwerking van het Vlaamse mobiliteitsbeleid.

Belang van regionaal mobiliteitsplan

Het regionaal mobiliteitsplan legt de globale en gedeelde mobiliteitsvisie voor een langere termijn vast voor de vervoerregio, en dat voor alle vervoersmodi. Dit plan doet onder andere uitspraken over de belangrijke mobiliteitsuitdagingen van de regio, tekent het openbaar vervoersnetwerk uit en presenteert maatregelen voor de verbetering van de doorstroming, de verkeersveiligheid en het fietsbeleid. Hierbij besteden we niet enkel aandacht aan het mobiliteitsaanbod zelf, maar komen ook ruimte en gedrag aan bod. Die laatste component, gedrag, is een uitermate belangrijk aspect aangezien geen enkele modal shift te bereiken is zonder een mental shift. Co-creatie en participatie zijn daarbij belangrijke elementen om de procesmatige aanpak succesvol te laten verlopen.

Rol van The New Drive

Binnen deze opdracht treedt The New Drive op als eerste aanspreekpunt voor de opdrachtgever en begeleidt het proces. Ze voorzien de algemene procesbegeleiding en ondersteuning bij de organisatie van de verschillende overlegmomenten, de interne en externe communicatie, zorgen voor de integratie van de verschillende onderdelen, zorgen mee voor draagvlak bij alle relevante stakeholders en houden alle interne en externe teamleden aan hun opdrachten en hun timing. Zij brengen specifieke expertise in betreffende de opzet van het proces, de werkgroepen en de vertaling in aansprekende (bestuurlijke) producten. Daarnaast treden zij ook op als expert in het expertteam.

Partners: Sweco, Goudappel

Fietsberaad Vlaanderen beschikt over een uitgebreide kennisbank met goede voorbeelden en toepasbare praktijken op hun website. Om deze kennisbank aan te vullen, heeft Fietsberaad een raamovereenkomst opgezet waarbij The New Drive als één van de partners geselecteerd is. In de loop van de projectperiode heeft The New Drive verschillende kennisfiches en inspirerende praktijken aangeleverd, met name:

We kennen allemaal het liedje “het busje komt zo”. Voor autocar- en autobusonderneming Multiobus klinkt deze melodie toch een beetje anders: “het elektrisch busje komt zo”. Op basis van eerdere succesvolle experimenten met elektrische bussen maakte Multiobus een opstap: begin 2021 werden 10 gloednieuwe elektrische bussen van het merk Ebusco in dienst genomen worden. Maat Multiobus wilt daarmee het elektrisch verhaal nog niet beëindigen. Ze zijn immers van plan om de komende jaren nog meer volledig elektrische bussen in te zetten.  

Om deze zero-emissie bussen te kunnen gebruiken is er natuurlijk nood aan oplaadinfrastructuur. Multiobus schakelde The New Drive in om hen bij te staan in de zoektocht naar geschikte laadinfrastructuur voor de voorlopige vloot van 12 elektrische bussen op de stelplaats in Tienen. In de zomer van 2020 werd hiertoe een marktbevraging georganiseerd, via een Request of Proposal (RfP). Na de beoordeling van de offertes en het voeren van onderhandelingsgesprekken heeft Multiobus gekozen voor Heliox als preferred partner. Concreet werden door Heliox 12 laadpunten van 60 kW gerealiseerd via een grondopstelling in het busdepot. De installatie van Heliox is future proof en kan in de toekomst uitgebreid worden naar 24 laadposities.  

Wat was de uitdaging?

Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn heeft als doelstelling om in 2025 in alle Vlaamse centrumsteden de bussen emissievrij te laten rijden. Daarvoor werkte ze vanaf 2016 een gefaseerde strategie uit. Na een eerste fase van pilootprojecten en een RFI, diende de e-bus strategie en bijkomende aanbesteding van 920 e-bussen georganiseerd te worden. Ter kennisondersteuning van de systematiek en bestekken voor de hard- en software van laadinfrastructuur werd The New Drive geselecteerd als kennispartner. 

Hoe hebben we dit aangepakt?

The New Drive heeft De Lijn ondersteuning geboden bij de uitwerking van de strategie en de operationele detaillering van de laadinfrastructuur (pantografen, CSS en Type 2) in publieke ruimte en depots voor de eerste 920 elektrische OV-bussen in Vlaanderen. The New Drive heeft een strategisch-tactisch kader geboden waarin samen met De Lijn werd nagedacht over de te maken keuzes bij het aanbesteden van de laadinfrastructuur op stelplaatsen én in de publieke ruimte. Hierbij werd rekening gehouden met de noden van De Lijn, maar ook met de economisch meest voordelige oplossing. The New Drive heeft vervolgens aan de bestekken en de meetstaten voor de aanbesteding van de laadinfrastructuur en bijkomende overkoepelende software geschreven.

Op 22 juni 2019 is het decreet basisbereikbaarheid in werking getreden. Met de inrichting van vervoerregio’s (15 in Vlaanderen), vervoerregioraden en regionale mobiliteitsplannen hebben de Vlaamse gemeenten nu een kader waarbinnen ze kunnen samenwerken aan mobiliteitsuitdagingen. Deze regio’s werken mee aan de Vlaamse doelstelling om het aantal voertuigkilometers met 15% te laten dalen alsook een modal shift te behalen van 40% duurzame verplaatsingen.

Consortium behartigt 6 vervoerregio’s

Het consortium Sweco – The New Drive – Goudappel maaktte al het regionaal mobiliteitsplan op voor de (complexe) vervoerregio Antwerpen en voegt daar nu nog 5 extra regio’s aan toe, met name Vlaamse Rand, Gent, Limburg, Mechelen en Kortrijk. Dit zijn hoofdzakelijk de meest omvangrijke en complexe vervoerregio’s. Deze complexiteit speelt zowel inhoudelijk als op vlak van procesvoering. Met deze 6 vervoerregio’s zal het consortium de toekomstige mobiliteitsvisie voor 155 van de 300 Vlaamse gemeenten mee bepalen met het oog op een betere basisbereikbaarheid. Zo nemen we een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid op in de uitwerking van het Vlaamse mobiliteitsbeleid.

Belang van regionaal mobiliteitsplan

Het regionaal mobiliteitsplan legt de globale en gedeelde mobiliteitsvisie voor een langere termijn vast voor de vervoerregio, en dat voor alle vervoersmodi. Dit plan doet onder andere uitspraken over de belangrijke mobiliteitsuitdagingen van de regio, tekent het openbaar vervoersnetwerk uit en presenteert maatregelen voor de verbetering van de doorstroming, de verkeersveiligheid en het fietsbeleid. Hierbij besteden we niet enkel aandacht aan het mobiliteitsaanbod zelf, maar komen ook ruimte en gedrag aan bod. Die laatste component, gedrag, is een uitermate belangrijk aspect aangezien geen enkele modal shift te bereiken is zonder een mental shift. Co-creatie en participatie zijn daarbij belangrijke elementen om de procesmatige aanpak succesvol te laten verlopen.

Rol van The New Drive

The New Drive neemt binnen Vervoerregio Limburg de taak van zowel project- als procesleider op zich. Hiermee zijn wij het eerste aanspraakpunt voor de opdrachtgever. Wij staan in voor het opmaken (en behalen) van de timing (zowel extern als intern), het opzetten van meetings met de relevante stakeholders, het samenbrengen van de nodige partijen intern, het mee begeleiden van de participatieve momenten en draagvlakcreatie.

Partners: Sweco, Goudappel Coffeng

Van mobiliteitsknooppunt naar slimme schakel

Binnen dit project werd enerzijds een visie opgesteld rond slimme schakels waarbij verschillende typologieën van slimme schakels onderscheden werden. Stad Antwerpen en Slim naar Antwerpen wil bewoners en bezoekers ertoe brengen om voor elke verplaatsing het meest aangewezen vervoermiddel te gebruiken. In veel gevallen biedt een combinatie van vervoermiddelen hierbij de meeste voordelen. Een naadloze connectiviteit tussen de modi onderling is daarvoor een belangrijke voorwaarde. Deze slimme schakels moeten gebruikers deze naadloze overstap bezorgen. Bestaande strategieën en visiedocumenten (o.a. Mobiliteitsplan en Fietsplan Antwerpen, Routeplan 2030, Fietsparkeren aan mobiliteitsknooppunten, Start‐to‐Mobipunt handleiding) lagen hierbij aan de basis.

Anderzijds werden er een ontwerpleidraad en een look & feel opgesteld voor ieder type slimme schakel waarbij de inplanting, het uitrustingsniveau, de inrichting, de aanrij‐ en aanlooproutes, de looproutes op het knooppunt, het aanbod van voor‐ en natransport, het wachtcomfort, de communicatie en het beheer worden gedefinieerd. Omdat de gebruiker steeds centraal staat, wordt het uitrustingsniveau en de inrichting afgestemd op de primaire doelgroep(en) en is ‘conditionerend ontwerpen’ het uitgangspunt.

Tot slot wordt deze methodiek toegepast op drie pilootprojecten binnen stad Antwerpen. Voor ieder van deze pilootprojecten wordt een ontwerp en communicatiestrategie uitgewerkt op korte termijn (i.e. zonder grote infrastructurele werken) en op lange termijn.

Quick scan van toekomstige slimme schakels

In het kader van een verdere concrete uitrol van de principes van Slimme Schakels op het terrein en het upgraden van mobiliteitsknooppunten naar Slimme Schakels, is het essentieel om een realistisch investeringsprogramma op te stellen. Dit investeringsprogramma komt tot stand door de balans te zoeken tussen het aanpakken van quick wins, de beschikbare budgetten gespreid doorheen de tijd op de prioritaire plekken in te zetten en koppelkansen met andere projecten in de buurt van het knooppunt te benutten. Om deze afweging op een correcte manier te doen, is een inventarisatie van de bestaande toestand op de knooppunten essentieel. Daarnaast worden ook mogelijke optimalisaties op zeer korte termijn geformuleerd.

Analyse en evaluatie van pilootlocaties

Daarnaast wil stad Antwerpen op korte termijn de principes van Slimme Schakels implementeren op het terrein. Vier pilootlocaties werden geselecteerd die op korte termijn zullen heringericht worden. In dit project analyseert en evalueert The New Drive de huidige situatie en worden knelpunten en aandachtspunten opgelijst. Daarnaast worden ideëen voor de toekomstige situatie geformuleerd op basis van een matrix met prestatie-eisen. Ontwerpers kunnen daarna aan de slag met de ontwerprichtlijnen zodat het knooppunt ontworpen wordt tot een vlot overstappunt met een positieve beleving.

Partners: Rebel, Billie Bonkers

Wat is de werkgeversaanpak?

De Stad Antwerpen zet samen met grote bedrijven (met meer dan 250 werknemers) in op een sterk mobiliteitsverhaal met als doel om actieve en slimme verplaatsingen in zowel het woon-werkverkeer en het zakelijk verkeer te stimuleren. Dit traject noemen we de werkgeversaanpak van Slim naar Antwerpen en kwam tot stand naar aanleiding van de (geplande) wegenwerken in en rond Antwerpen. Deze aanpak moet bovendien meehelpen aan de realisatie van de modal shift 50/50 in vervoerregio Antwerpen. Bedrijven kunnen beroep doen op verschillende hulpmiddelen aangeboden vanuit de stad. Eén van deze hulpmiddelen bestaat uit het aanbieden van professionele consultancy, coaching, training en opleiding rond dit de modal shift. Het gaat van het verduurzamen van de mobiliteit door het stimuleren van fiets, openbaar vervoer en andere wijzen van actieve en slimme verplaatsing.

Wat is onze rol?

Sinds 2016 maakt The New Drive deel uit van een consortium dat is aangesteld als dienstverlener binnen een raamovereenkomst. Dit geeft de mogelijkheid om in te zetten op zowel individuele als collectieve ontwikkeltrajecten voor bedrijven omtrent:

Welke specifieke activiteiten namen wij op?

Met The New Drive gaven wij reeds verschillende opleidingen en workshops:

Daarnaast boden we ook advies rond het stimuleren van actieve en/of slimme verplaatsingen. Enkele van deze advies- en procesopdrachten zijn:

Partners: PWC, Prepared Mind, Kluwer Opleidingen

Wat was de opgave?

In het kader van het decreet Basisbereikbaarheid en het Toekomstverbond tussen de overheid en burgerbewegingen wordt het Routeplan 2030 uitgewerkt. Dit geïntegreerde mobiliteitsplan voor Vervoerregio Antwerpen moet de verandering van de modaliteitskeuze bewerkstelligen met als ultieme doel om de mobiliteit en leefbaarheid in de regio op een duurzame manier te waarborgen.

Hoe hebben we dit aangepakt?

Routeplan 2030, een mobiliteitsplan voor de toekomst in de Antwerpse regio, wordt uitgewerkt binnen een participatief proces van co-creatie met tal van actoren. Naast de klassieke partners (o.a. bovenlokale overheden en de 32 gemeenten van Vervoerregio Antwerpen) zaten ook externen (zoals burgerbewegingen en belangenorganisaties) mee rond de tafel. In juni 2018 werd de visienota ‘Samen vooruit’ goedgekeurd als basis voor dit Routeplan 2030 en werden de doelen en 10 ambities voor Vervoerregio Antwerpen gedefinieerd. In Routeplan 2030 worden de visie op mobiliteitsknopen en netwerken (fiets, openbaar vervoer, auto, vracht) bepaald, rekening houdend met het samenhangend en gelaagd netwerk van collectief vervoer volgens het concept ‘Basisbereikbaarheid’. Daarnaast wordt er vorm gegeven aan de invulling van ‘ruimte en nabijheid’ en ‘sturen van gebruik’. Dit geheel resulteert in een evaluatiekader en een programma van maatregelen.

Wat was onze rol?

The New Drive stond mee aan het roer om de procesmatige aanpak in dit complex proces uit te werken en te faciliteren. We fungeerden als eerste aanspreekpunt en algemene procesbegeleider, verantwoordelijk voor het project- en omgevingsmanagement en het overleg met de lokale en bovenlokale opdrachtgevers. Daarnaast traden wij ook op als expert in de expertwerksessies.

Meer informatie over dit project, alsook de visienota, kan u terugvinden op de website: www.routeplan2030.be.

Partners: APPM, Goudappel Coffeng, Sweco, Rebel, Billie Bonkers

Wat was de uitdaging?

Sinds de intrede van elektrische en plug-in hybrides is het voor mensen niet evident om een keuze en een financiële afweging te maken. Om dit te vergemakkelijken vroeg het Departement Omgeving (toenmalig LNE) in 2016 aan ons om iets te bedenken.

Hoe pakten we dit aan?

The New Drive ontwikkelde een Total Cost of Ownership (TCO) webapplicatie voor de website www.milieuvriendelijkevoertuigen.be. Deze tool heeft als doel om op een gebruiksvriendelijke wijze een gepersonaliseerde kostenvergelijking te maken tussen elektrische, plug-in hybride, aardgas-, benzine- of dieselwagens. Sinds de lancering in 2016 zijn er verschillende fiscale wijzigingen doorgevoerd om de aankoop van milieuvriendelijke voertuigen te stimuleren. Gelijklopend hiermee is het aanbod van milieuvriendelijke voertuigen, zoals CNG-, plug-in hybride, waterstof en elektrische wagens aan het uitbreiden.

Jaarlijks wordt deze applicatie aangepast ter integratie van de verschillende fiscale wijzigingen alsook om nieuwe modellen en prijzen te implementeren.

Wat was de uitdaging?

Lampiris is als energieleverancier en -producent een echte koploper op vlak van 100% groene energie. Met de exponentiële opkomst van elektrische mobiliteit heeft Lampiris zich een voortrekkersrol toegeëigend. Hoe kun je immers elektrisch rijden promoten en verkopen als je niet zelf elektrisch rijdt?! De ambitie om te elektrificeren is hoog: de vraag is op welke manier het wagenpark naar 100% elektrisch kan gaan, en binnen welk tijdsspanne, rekening houdend met de financiële en praktische haalbaarheid van elektrische wagens en de laadinfrastructuur.

Hoe hebben we dit aangepakt?

In een eerste fase zorgde The New Drive voor een inspiratiesessie waarbij Lampiris een kennissprong over elektrische mobiliteit doormaakte, met o.a. inzichten over de state of art korte termijn ontwikkelingen in België. In een tweede fase toetste The New Drive de haalbaarheid a.d.h.v. de Total Cost of Ownership (TCO) en de Real Cost of Ownership (RCO). Er werd hierbij uitgewerkt of elektrisch rijden duurder dan wel goedkoper is.

The New Drive werkte tevens een aantal groeiscenario’s uit voor de uitrol van elektrische voertuigen in het wagenpark van Lampiris, rekening houdend met de praktische (o.a. laden en actieradius) en financiële implicaties. Binnen het project vormde een enquête rond elektromobiliteit onder de werknemers de basis voor praktische haalbaarheid van de verschillende scenario’s.

Intussen heeft Lampiris een persbericht uitgestuurd met de ambitie om de gehele vloot tegen 2021 te elektrificeren. Lees het volledige persartikel van De Standaard of Fleet Magazine.

The New Drive ging samen met Procos aan de slag om de mobiliteitsvisie voor 2020 uit te werken voor de Corda Campus te Hasselt. Het resultaat is een integrale visie met een reeks deeldomeinen. 

Procos startte het project met een analyse van de bestaande toestand. Daarop bracht The New Drive haar expertise in en ontwikkelde een toekomstvisie rond groene mobiliteit. Arcadis ondersteunde hierbij en trad op als expert in mobiliteit en verkeersplanning.

Om tot de uiteindelijke toekomstvisie te komen werden verschillende workshops georganiseerd waarbij experts hun expertise inbrachten. Deze inzichten werden gesynthetiseerd aan het einde van de workshops en dienden als basis om verder te werken. Deze inzichten, samen met de opgave van de opdrachtgever alsook eigen inzichten werden samengenomen en vormden zo de integrale mobiliteitsvisie 2020 voor Corda Campus.

Traxio, The New Drive en BFFMM hebben samen het Platform Elektrische Bedrijfswagens opgestart.

Binnen dit platform ondersteunden de drie partijen verschillende koplopers bij de vergroening van hun bedrijfsvloot. Welke aspecten zijn belangrijk? Welke wagens komen in aanmerking? Hoe zit het dan met de fiscaliteit? Allemaal aspecten die hierin een rol kunnen spelen.

De ervaringen van het traject met deze koplopers werd gebundeld in een praktijkgids en gedeeld met alle Vlaamse bedrijven. Hiermee trachten Traxio, The New Drive en BFFMM Vlaamse bedrijven met vloten van verschillende groottes te helpen bij de overschakeling naar een groen wagenpark. Door ervaringen van koplopers te delen wordt het voor andere bedrijven makkelijker om de stap te zetten naar een vergroening en kunnen mogelijke drempels weggewerkt worden. Bovendien leren ze van elkaar en kunnen hierdoor struikelblokken vermeden worden. Op die manier fungeerde PEB als een soort lerend netwerk.

Voor Netwerkorganisaties