Mobiliteitsbudget in België: wat moet je weten?

Het mobiliteitsbudget wordt steeds belangrijker in België als alternatief voor de klassieke bedrijfswagen. Werknemers kunnen hiermee zelf kiezen hoe ze zich verplaatsen, van een kleinere, elektrische wagen, trein of fiets tot gedeelde mobiliteit, terwijl werkgevers een moderne en duurzame manier krijgen om hun loonpakket aantrekkelijk te maken. Bovendien moet het mobiliteitsbudget in 2026 verplicht aangeboden worden aan werknemers met een bedrijfswagen, dit betekent dat ongeveer 58.000 bedrijven zich hier de komende tijd op voorbereiden. Maar wat houdt dit systeem precies in, welke keuzes biedt het en welke voordelen brengt het met zich mee? In deze blog leggen we het helder uit.

Wat is het mobiliteitsbudget?

Het mobiliteitsbudget is een systeem waarmee werknemers die recht hebben op een bedrijfswagen hun budget flexibel kunnen inzetten voor verschillende mobiliteitsoplossingen. Het bestaat uit drie pijlers:

  • Pijler 1 – Een milieuvriendelijke wagen
    Het budget kan gebruikt worden voor een elektrische of andere wagen met lage CO₂-uitstoot.
  • Pijler 2 – Duurzame mobiliteit en huisvesting
    Werknemers kunnen kiezen voor alternatieven zoals fietsleasing, trein- of bustickets, deelauto’s of zelfs een tussenkomst in de huur of hypotheek als ze dicht bij het werk wonen.
  • Pijler 3 – Cash uitbetaling
    Wat overblijft van het budget kan uitbetaald worden in geld, onder een voordelig fiscaal regime.
Bron: mobiliteitsbudget.be

Waarom is het mobiliteitsbudget in het leven geroepen?

Het mobiliteitsbudget is in het leven geroepen om het Belgische mobiliteits- en verloningsbeleid duurzamer te maken. De overheid wil hiermee de afhankelijkheid van de klassieke bedrijfswagen doorbreken en werknemers stimuleren om te kiezen voor groener en efficiënter vervoer. Het past binnen de bredere doelstelling om de CO₂-uitstoot te verminderen en zo bij te dragen aan de klimaatdoelstellingen. Daarnaast sluit het aan bij het beleidsaccent op duurzaamheid dat in het federale regeerakkoord is vastgelegd. Het mobiliteitsbudget moet werkgevers en werknemers dus niet alleen meer flexibiliteit bieden, maar tegelijk een belangrijke stap zijn richting een toekomstgericht en milieuvriendelijk mobiliteitsbeleid.

Wie komt er in aanmerking voor het mobiliteitsbudget?

Wie komt er nu in aanmerking voor het mobiliteitsbudget? Op dit moment hebben vooral werknemers die recht hebben op een bedrijfswagen toegang tot het systeem. Dit betekent dat je al een contract of regeling moet hebben waarbij een bedrijfswagen tot je loonpakket behoort (het gaat hier over de klassieke salariswagen). Heel concreet ruilt een werknemer zijn recht op een bedrijfswagen voor een recht op een mobiliteitsbudget. Voor deze werknemers biedt het mobiliteitsbudget de mogelijkheid om hun wagenbudget flexibeler in te zetten, bijvoorbeeld voor een elektrische wagen, duurzame mobiliteitsoplossingen of een gedeeltelijke cash-uitbetaling.

Wat verandert er vanaf 2026?

De spelregels rond het mobiliteitsbudget veranderen ingrijpend in 2026. Om een duidelijk beeld te krijgen van wat dit concreet betekent voor werkgevers en werknemers, zetten we de belangrijkste verschillen tussen de huidige regeling en de nieuwe regels in een overzichtelijke tabel:

ThemaTot eind 2025Vanaf 2026
VerplichtingWerkgevers kiezen zelf of ze het mobiliteitsbudget aanbieden.Werkgevers die bedrijfswagens aanbieden, zijn verplicht het mobiliteitsbudget als alternatief aan te bieden aan werknemers met een bedrijfswagen.
Pijler 1 – Groene wagenMilieuvriendelijke wagens (lage CO₂-uitstoot, plug-in hybrides) zijn toegestaan.Enkel zero-emissie wagens (volledig elektrisch) blijven toegelaten.
Pijler 2 – Duurzame mobiliteit en huisvestingKeuze uit alternatieven: fiets, openbaar vervoer, deelmobiliteit, huisvestingskosten dicht bij het werk.Zelfde alternatieven, maar strengere emissienormen voor gemotoriseerde opties. Werkgever moet minstens één pijler 2-optie aanbieden.
Pijler 3 – Cash uitbetalingOnbenut budget kan in cash uitbetaald worden (onder gunstige belasting).Blijft bestaan, geen wijziging (gekend op dit moment).

Wat verandert er voor werknemers met een bedrijfswagen?

Voor werknemers die momenteel een bedrijfswagen hebben, verandert er eigenlijk weinig… tenzij je zelf graag iets wil wijzigen. Wie zijn bestaande wagen wil behouden, kan gewoon in het huidige systeem blijven. Wil je echter overstappen naar een kleiner of elektrisch model, dan kan dat via het mobiliteitsbudget. Het echte verschil vanaf 2026 is dat je keuzevrijheid krijgt: je werkgever is verplicht om je minstens één alternatief aan te bieden in de vorm van het mobiliteitsbudget. Zo krijg je als werknemer de mogelijkheid om zelf te beslissen hoe je je verplaatsingen organiseert, terwijl je bestaande rechten behouden blijven.

Hoe wordt het mobiliteitsbudget berekend?

Bij het bepalen van het mobiliteitsbudget wordt gekeken naar de Total Cost of Ownership (TCO), oftewel de totale jaarlijkse brutokosten van een bedrijfswagen. Voor de berekening van de TCO zijn er twee erkende methodes: de formule op basis van werkelijke kosten en de formule met forfaitaire waarden.

Sinds 1 januari 2024 is het voor werkgevers verplicht om één van deze twee methodes te gebruiken. Je moet diezelfde methode vervolgens drie jaar lang consequent toepassen voor alle werknemers die hun bedrijfswagen omruilen voor een mobiliteitsbudget. Daarnaast bepaal je zelf of je de gekozen formule toepast per individuele werknemer of per functiecategorie binnen het bedrijf.

Onderstaande figuur toont hoe het mobiliteitsbudget wordt opgebouwd op basis van de Total Cost of Ownership (TCO) van een bedrijfswagen. Stel dat de huidige wagen 900 euro per maand kost. Binnen het mobiliteitsbudget kan dit budget worden verdeeld:

  • Pijler 1: 600 euro/ maand voor een goedkoper elektrisch voertuig,
  • Pijler 2: 100 euro/ maand voor duurzame mobiliteit zoals fiets of openbaar vervoer het,
  • Pijler 3: resterende bedrag wordt uitgekeerd als netto restbudget, in dit voorbeeld 1.738,25 euro na belastingen.

Zo krijgt de werknemer maximale flexibiliteit om zelf te kiezen hoe het budget wordt ingezet.

Voordelen voor de werknemers

Voor werknemers biedt het mobiliteitsbudget heel wat voordelen. Het belangrijkste pluspunt is de keuzevrijheid: je beslist zelf hoe je je budget inzet, of dat nu voor een elektrische wagen, een fiets, openbaar vervoer of autodelen is. Zo kan je het perfect afstemmen op je eigen mobiliteitsbehoeften. Daarnaast stimuleert het systeem de vergroening van verplaatsingen, wat niet alleen goed is voor het milieu, maar vaak ook kostenbesparend kan uitvallen, bijvoorbeeld door te kiezen voor een kleinere of zuinigere wagen. Tot slot is het mobiliteitsbudget een aantrekkelijk secundair voordeel, omdat je meer flexibiliteit krijgt in je loonpakket en tegelijk toegang tot duurzame alternatieven.

Welke uitdagingen brengt het mobiliteitsbudget met zich mee?

Hoewel het mobiliteitsbudget heel wat kansen biedt, zijn er ook enkele uitdagingen waar rekening mee moet worden gehouden. Voor bedrijven brengt het extra administratieve lasten en een zekere complexiteit met zich mee, aangezien de regelgeving en normen niet altijd eenvoudig zijn. Bovendien spelen er praktische beperkingen: niet elke werknemer heeft toegang tot haalbare alternatieven zoals openbaar vervoer of fietsmogelijkheden, afhankelijk van de regio of woon-werkafstand. Ten slotte is er de overgangsperiode, waarin binnen één onderneming zowel het klassieke bedrijfswagensysteem als het mobiliteitsbudget naast elkaar zullen bestaan, wat voor bijkomende organisatorische uitdagingen kan zorgen.

Daarom is het belangrijk dat werkgevers vooraf een duidelijke visie en een goed uitgewerkt plan ontwikkelen alvorens het mobiliteitsbudget te implementeren. Een goede voorbereiding helpt om de overgang vlot te laten verlopen, medewerkers correct te informeren en het nieuwe systeem in te passen binnen het bredere HR- en mobiliteitsbeleid. Op die manier wordt het mobiliteitsbudget geen last, maar een strategische troef voor de organisatie.

Hoe bereid je je als werkgever het best voor op het Mobiliteitsbudget?

Maar hoe bereid je je als werkgever nu het best voor op de invoering van het mobiliteitsbudget? In de eerste plaats is het belangrijk om jeCcar Policy te herzien en duidelijke afspraken te maken over hoe het budget wordt toegepast. Hiernaast stel je ook een Mobility Policy op waar je duidelijk omschrijft hoe het mobiliteitsbudget berekend is en wat het aanbod in Pijler 2 is.

Daarnaast moeten bedrijven de nodige berekeningen uitvoeren, hun fiscale en loonadministratie aanpassen en zorgen voor een heldere communicatie naar medewerkers. Ook moet er een aanbod worden voorzien binnen de verschillende pijlers van het mobiliteitsbudget,  waarbij pijler 2 verplicht minstens één optie moet bevatten, zoals een fiets of openbaar vervoer. Bedrijven kunnen er bovendien voor kiezen om een stap verder te gaan en volledig te vergroenen door geen wagens meer op te nemen in pijler 1, aangezien dit niet verplicht is.

Bij The New Drive hebben we ondertussen al tal van organisaties ondersteund bij hun overstap naar het mobiliteitsbudget. We merken dat elke onderneming met andere uitdagingen en vragen geconfronteerd wordt. Daarom bieden wij zowel begeleiding doorheen het volledige traject als gerichte ondersteuning bij specifieke stappen, zoals het herwerken van de Car policy en Mobility Budget Policy (via onze partner), het maken van TCO-berekeningen of het opzetten van een duidelijke communicatie naar medewerkers. Op die manier helpen we bedrijven niet alleen compliant te zijn, maar ook om het mobiliteitsbudget in te zetten als een strategisch voordeel binnen hun HR- en duurzaamheidsbeleid.

Hoe staat het met het Mobiliteitsbudget in België?

In België wint het mobiliteitsbudget duidelijk aan terrein. Steeds meer ondernemingen bieden het vandaag aan hun medewerkers aan. Grote spelers binnen de retail- en farmasector hebben het mobiliteitsbudget al enkele jaren geleden met succes ingevoerd, maar ook kleinere bedrijven vinden er intussen steeds makkelijker hun weg naartoe.

De komende verplichting vanaf 2026 heeft deze evolutie versneld: in de afgelopen drie jaar is het aantal bedrijven dat het mobiliteitsbudget toepast meer dan verdubbeld, terwijl ook het aantal werknemers dat instapt verdrievoudigd is. Intussen heeft ongeveer 1 op de 20 werknemers zijn bedrijfswagen ingeruild voor het mobiliteitsbudget. Echter is er nog een lange weg te gaan aangezien nog maar 3,23% van de werkgevers het mobiliteitsbudget aanbiedt.

Ook bij The New Drive passen we het systeem al enkele jaren toe. Onze adviseurs zijn vaak onderweg naar klanten, en toch kiest het merendeel bewust voor het mobiliteitsbudget, en dat zonder problemen. Dat illustreert dat het systeem in de praktijk niet alleen werkbaar is, maar ook een echte meerwaarde kan bieden.

Tips & Tricks bij de implementatie van het Mobiliteitsbudget

Tot slot nog enkele tips en tricks om het mobiliteitsbudget succesvol te integreren in je organisatie. Start met een grondige vergelijking tussen de werkelijke kostenformule en de forfaitaire formule, zodat je weet welke methode het best aansluit bij je bedrijf. Zorg daarnaast voor voldoende omkadering en begeleiding voor werknemers en vakbonden, bijvoorbeeld via onboardingmomenten of infosessies. Duidelijke communicatie is cruciaal: zowel collectief als individueel, en met ruimte voor vragen, want elke werksituatie is uniek. Overweeg de samenwerking met een one-stop-shop MaaS-aanbieder om het aanbod praktisch te organiseren, en leg alles vast in een heldere Car & Mobility Budget Policy.

Wil je meer weten over het Mobiliteitsbudget?

Heb je nog vragen? Geen zorgen! Onze collega Nele helpt je graag verder! Neem contact op via: nele.strumane@thenewdrive.be

Voor Netwerkorganisaties